De kracht van vier

Op haar verjaardag terft Sterre haar ouders dood aan. In de jaren die daarop volgen woont ze in verschillende pleeggezinnen. Als ze vijf jaar later een brief krijgt van de moordenaar van haar ouders gaat ze met een mysterieus amulet van haar moeder op zoek naar antwoorden. Ze ontmoet vier kinderen met magische gaven en komt terecht in een andere wereld waar ze een belangrijke rol blijkt te spelen in een eeuwenoude oorlog.


Met haar ogen open staarde Sterre naar het plafond. Het was wit maar leek grijs in de duisternis van haar slaapkamer. De gordijnen van haar slaapkamer waren niet helemaal gesloten. Het licht van een straatlantaarn drong door de kleine spleet en de takken van de notenboom die in de voortuin van het huis stond zorgde voor schaduwen op de muur. Het was tien maart volgens de kalender aan de muur waar ze elke ochtend een blaadje vanaf schuurde. Het was elf uur negenenvijftig volgens de rode cijfers op de digitale klok. Snel zouden die cijfers veranderen en zou de klok het nieuwe tijdstip nul, nul, nul, nul aangeven, twaalf uur 's nachts. Tien maart zou veranderen in elf maart en wanneer ze zou opstaan zou ze het papiertje van de kalender schuren, verfrommelen en in de prullenbak gooien. Liever zou ze het laten hangen. Dan zou het geen elf maart worden. En de ochtend daarna zou ze zo per ongeluk twee blaadjes afschuren. Ze zou elf maart zo overslaan. In het saaie huis waar ze woonde ging alles toch altijd hetzelfde. Sterre was elf en zou binnen enkele seconde kunnen zeggen dat ze twaalf was, maar dat deed ze niet. Eigenlijk vond ze dat ze niet eens mocht zeggen dat ze elf was. Ze had er zelf voor gekozen om die vreselijke dag die toevallig haar verjaardag was over te slaan. Eigenlijk was ze nog maar acht. Haar negende verjaardag had ze nooit kunnen vieren, haar tiende en elfde had ze nooit willen vieren en haar twaalfde zou ze ook niet vieren. Het liefst was ze wel negen geworden, en tien, en elf. Dat zou betekenen dat alles nog was zoals het ooit was geweest. Dan had haar moeder haar drie jaar eerder op elf maar wakker gemaakt. Dan zou ze haar mooiste kleren hebben aangetrokken ook al was het een schooldag. Dan zou ze bij het ontbijt een cadeautje mogen openmaken. Ze had dat jaar gehoopt op een hondje. Daar had ze haar ouders maanden om gesmeekt. Daarna zou ze naar school zijn gebracht door haar vader en die zou haar een zak snoepjes in haar handen hebben gedrukt om in de klas uit te delen. En in de avond zou ze langer op mogen blijven en een film mogen kiezen om te kijken. Maar dat was allemaal niet gebeurt. In plaats daarvan had ze op de beruchte ochtend op elf maart in haar bed liggen wachten tot haar moeder zou komen maar die was niet gekomen. Ze had het later en later zien worden en was uiteindelijk zelf uit bed gekomen en naar de mooiste kleren in haar kast gezocht. Beneden had ze de woonkamer aangetroffen zoals elke andere ochtend. Geen slingers, geen ballonnen, geen cadeautjes. En haar ouders waren nergens te bekennen. Ze was terug naar boven gerend en had gedacht dat haar ouders zich gewoon verslapen hadden. Toen ze de deur van hun slaapkamer opengeduwd had zag ze de twee lichamen op het bed. Beide met een mes in hun hart, hand in hand, naar elkaar starend met dode ogen waarin het verdriet en de angst van hun laatste seconde nog te lezen stond.

Hoofdstuk 1


Haar wekker ging een uur eerder dan normaal. Sterre wilde het huis uit zijn voordat Anne wakker werd. Ze zou vroeg naar school vertrekken, lopend in plaats van met de fiets, zodat het extra lang zou duren. Ze deed geen moeite om er bijzonder uit te zien. Donkere spijkerbroek. Zwart vestje, gewone gympen. Ze borstelde haar haar en maakte het met een elastiekje vast in een staart. Anne had vaak gezegd dat ze haar haar eens anders moest doen. Vooral als ze op bezoek moesten bij Anne's moeder. Sterre had altijd geweigerd. Een staart zat praktisch gewoon goed. Zo zaten die haren tenminste niet in de weg. Ze wilde het liefst korter haar maar dat vond Anne niet goed. Dat was zonde van het prachtige haar, zei die dan altijd. Sterre graaide haar schooltas onder haar bed vandaan. Veel zat er niet in. Een telefoon, een pakje kauwgom en wat pennen. Meer had ze nog niet nodig. Ze zat in groep acht en volgend schooljaar zou ze, net als al haar klasgenoten, naar de middelbare school in de stad gaan. Veel had ze niet met die kinderen. De meesten meden haar al sinds ze bij hun in de klas was gekomen. Ze kenden haar vreemde verhaal. Ouders die waren vermoord, familie die van de ene op dag spoorloos was verdwenen. Veel van haar klasgenoten vonden haar eng, sommigen hadden haar zelfs gevraagd of ze de moord zelf niet had gepleegd. Intussen had ze geleerd om die vragen te negeren.

Toen Sterre beneden kwam was donker in de kamer. De ochtendkrant lag al wel op tafel. Dat moest Richard gedaan hebben. Hij werkte veel 's nachts en was natuurlijk pas net thuis gekomen. Richard was Sterre's pleegvader. Een jaar na de moord had hij haar in huis genomen. Niet lang daarna had hij Anne ontmoet en was hij met haar getrouwd. Met Richard kon Sterre het wel vinden al zou ze hem nooit haar vader kunnen noemen. Hij was na de moord de eerste geweest die haar weer een beetje het gevoel had gegeven dat ze er niet alleen voor stond, dat er nog iemand was die van haar hield. Anne daarin tegen vond ze niet aardig. Zij had alle aandacht van Richard weer weggetrokken. En ze wilde altijd wel iets aan Sterre veranderen.

Net als de vorige dag werd het voorblad van de krant getekend door vier gezichten. Kinderen. Alle vier hooguit een jaar of vijftien. Ze werden al een paar weken vermist. Vier vrienden waren het geweest, had Sterre op het nieuws gehoord. Ze hadden op de school gezeten waar zij na de zomer ook naartoe zou gaan. Als Sterre die ochtend beter naar de krant had gekeken had ze gezien dat er bij het artikel ook een andere foto stond. Een ketting met een houten kraal eraan. Dan had ze geweten haar leven die dag zou gaan veranderen.

In de keuken smeerde ze snel haar brood voor tijdens de lunch. Twee boterhammen met hagelslag en twee met jam. Ze pakte vier pakjes appelsap uit de koelkast waarvan ze er drie in haar tas stopte met haar broodtrommel. Daarna pakte ze nog een boterham met kaas als ontbijt en dronk ze het vierde pakje sap leeg. Ze ruimde de spullen op en schreef een briefje voor Anne zodat die wist dat ze al naar school was. Het briefje liet ze achter op de keukentafel naast de krant. Daarna pakte ze haar jas en sleutels en vertrok ze naar school.

© 2016 Verhalen van Daniëlle Bakkers. Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin